Driemaal daags luiden
Al vrij snel begonnen kloosters en kerken hun klokken te luiden voor de oproep tot gebed. Daardoor ontstond er in de omgeving ook een zekere regelmaat in de dagindeling. Dit is tevens de oorsprong van het Angelus kleppen of luiden – waarschijnlijk ingesteld in de 14e eeuw – als oproep tot het bidden van ‘De Engel des Heren’. Dit driemaal daagse luiden bestaat op een aantal plaatsen gelukkig nog steeds; er lijkt zelfs hernieuwde belangstelling voor te zijn.
Het Angelus
Het Angelus wordt in principe driemaal daags geluid: ‘s morgens om 6:00 uur (later vaak gewijzigd naar 7:00 of 8:00 uur), ’s middags om 12:00 uur en ‘s avonds om 18:00 uur. Het heeft een geheel andere betekenis dan het tijdluiden bij sommige Protestantse kerken. Het traditionele Angelus klokgebed bestaat uit het kleppen van 3×3 slagen, met een tussenliggende interval van ongeveer 8 seconden. Kleppen is het dusdanig aantrekken van de klok zodat de klepel slechts één kant raakt. Na het kleppen wordt ongeveer 2 minuten nageluid. Angelus luiden wordt doorgaans met een kleine klok gedaan, omdat het erg moeilijk is een grote klok te kleppen. Soms geeft een uurslaghamer de 3×3 slagen op de klok, waarna het naluiden volgt. Voor deze cyclus bestaan elektrische Angelus apparaten.
Het luiden van “Onze Vader”
Vooral een Luthers gebruik. Wanneer de kerkgangers het Onze Vader bidden, horen mensen in de omgeving aan het klokkengelui dat er op dat moment in de kerk het “Gebed des Heren” wordt gebeden.
Tijdluiden
Met de Reformatie werd het gebruik van kerkklokken voor een groot deel afgeschaft. Ook het Angelus verdween grotendeels. Hiervoor kwam het ‘tijdluiden’ in de plaats, zoals de middagklok en de papklok. Vaak werden klokken voor allerhande, niet-kerkelijke zaken gebruikt: als waarschuwing voor brand of ander naderend onheil, voor de rechtspraak of als poortklok bijvoorbeeld.
Bij overlijden
Een andere waardevolle traditie is het klokluiden bij overlijden. Hoewel dit klokluiden van oudsher werd gedaan om boze geesten te verdrijven, luidt de kerk om op waardige wijze afscheid te nemen van één van haar gemeenteleden of dorpsgenoten. Op diverse plaatsen is het nog steeds gebruikelijk om de overledene te verluiden (beluiden). De bijbehorende tradities zijn erg verschillend.
Bij begrafenissen
Ook het klokluiden bij een begrafenis vindt op verschillende manieren plaats. Vaak wordt er geluid met de grootste klok. In sommige plaatsen luidt men met meerdere klokken. Vreemd is dat er bij Protestantse kerken meestal vóór de aanvang van een rouwdienst geen klok wordt geluid en de gemeente dus niet opgeroepen wordt. Op plaatsen waar men met meerdere klokken luidt, geeft men soms met de eerste klok aan of het om een vrouw, man of kind gaat. Op sommige plaatsen klept men de klok in plaats van haar te luiden. Dat is een bijzonder goede manier om op ingetogen en sobere wijze uitdrukking aan rouw te geven.
Het volk bijeen roepen
Het gebruik om mensen op te roepen voor de dienst is net zo oud als de kerk zelf en er onlosmakelijk mee verbonden. In het Oude Testament krijgt Mozes in Numeri 10: 1-10 opdracht instrumenten te maken om signalen te geven om het volk bijeen te roepen. De waarde die men toekent aan een luidklok, is bij Protestantse kerken anders dan in Rooms-katholieke kerken. In de Rooms-katholieke kerk zijn de klokken gewijd en hebben ze een functie in de liturgie, zoals het luiden tijdens het Gloria en het kleppen van een klok tijdens de Consecratie/Elevatie. Het gebruik van klokken bij een Protestantse kerk beperkt zich vaak tot het luiden voor een kerkdienst.
Oproep voor de dienst
Op sommige plaatsen luidt men al op zaterdagavond, soms tegen zonsondergang, de zondag in. Het is een gebruik dat steeds vaker voorkomt. ‘s Zondags wordt op de meest uiteenlopende tijden geluid. In dorpen vaak een half of heel uur van tevoren en bij aanvang van de dienst nogmaals kort. Maar vaak horen de kerkgangers zelf de klok nooit of nauwelijks. Op andere plaatsen wordt de klok geluid als de mensen naar de kerk komen. Dit tijdstip is het meest functioneel. Luiden op dit tijdstip en bij begrafenissen wordt bij voorkeur in overleg met de organist gedaan, zodat de zaken goed op elkaar aansluiten. Ten slotte is het luiden voor de dienst goed te combineren met het consistorie of stil gebed. Een dergelijke stille bezinning voor aanvang van de kerkdienst, tijdens het luiden van een klok, kan erg waardevol zijn.
Tijdens het kerkelijk jaar en op bijzondere dagen
Elke kerk zou eigenlijk over meerdere klokken moeten beschikken om volgens de aard van het kerkelijk jaar te kunnen luiden. Tijdens de Advent kan men bijvoorbeeld luiden met een kleine klok en tijdens Kerst met alle aanwezige klokken. In de lijdenstijd kan men bijvoorbeeld met één grote klok luiden, op Witte Donderdag met alle klokken. In de Rooms-katholieke kerk gebeurt dit op Witte Donderdag tijdens het Gloria, waarna de klokken zwijgen tot het Gloria in de Paasnacht. In Lutherse kerken wordt vaak een klok tijdens het Onze Vader geluid. Als een kerk meer dan twee klokken heeft, dan kan het zinvol zijn om de grootste klok samen met de andere klokken alleen op hoogtijdagen te gebruiken. Ten slotte nog het luiden op 4 mei. Hoewel dit vaak aan de burgerlijke gemeente wordt overgelaten, is er veel voor te zeggen dat de kerk dit als haar morele plicht opneemt. Hierbij is te adviseren niet meer dan één klok te luiden. Het luiden begint om kwart voor acht tot een halve minuut voor acht, zodat het om acht uur volkomen stil is.
Geluidsoverlast
De vele mooie tradities op het gebied van luidklokken moeten worden behouden, maar soms is het noodzakelijk om vanwege geluidsoverlast niet te lang te luiden. Dit is erg afhankelijk van de plaatselijke situatie en de toren waarin de klokken hangen. Klokken in een hoge toren met galmborden klinken veel milder dan klokken in een moderne, open toren.