advies en inspectie

Een klokkenstoel is een gecompliceerde constructie. Pas als alle factoren juist op elkaar zijn afgestemd, laat een klok zich optimaal horen. Daarnaast moeten onderhoud en veiligheid scherp in het oog worden gehouden. Jan Kuipers geeft graag advies aan kerken, gemeenten en gemeenschappen over de aanschaf of restauratie van luidklokken en klokkenstoelen. Of het nu gaat om monumentale, niet-monumentale of nieuwe objecten, voor Jan Kuipers is een met zorg gevormde en gegoten bronzen luidklok een ambachtelijk werkstuk dat altijd respect verdient.

Onderhoud en veiligheid
Klokken(stoelen) en luidconstructies verkeren dikwijls in een slechte staat. Dat komt veelal door gebrekkige kennis en omdat men de noodzaak van deskundig onderhoud van soms zeer monumentaal erfgoed erg onderschat. Daarnaast maken moderne torens onderhoudsinspecties vaak lastig: ze bieden te weinig ruimte of zijn nauwelijks toegankelijk. Vaak wordt pas hulp gezocht als een klok helemaal geen geluid meer voortbrengt. Om dit voor te zijn, is regelmatig een gedegen onderhoudsinspectie nodig. Hierbij kan een deskundige het volgende controleren:

  1. De staat van de klokkenstoel
    Een klokkenstoel moet tijdens het luiden de ontstane krachten kunnen opvangen en reduceren. Bij een inspectie wordt op de volgende punten gecontroleerd:
  • Is de fundering van de klokkenstoel in een goede staat?
  • Zijn alle verbindingen deugdelijk?
  • Is er sprake van door houtrot aangetaste verbindingen of aantasting door de bonte knaagkever?
  • Schommelt de constructie niet teveel tijdens het luiden?
  • Staat de klokkenstoel voldoende vrij van de muren of wordt er tijdens het luiden teveel beweging op het metselwerk overgebracht?
    • Hangt de klepel op de goede hoogte?
    • Is de ophanging van de klepel correct?
    • Slaat de klepel tegen de juiste plek (de verdikte slagrand)?
    • Heeft de klepel het juiste gewicht?
    • Is de bol niet platgeslagen?
    • Wordt er op de juiste manier geluid?
    • Hangt de klok goed vast aan de luidas?
    • Zijn er onderdelen doorgeroest of afgebroken?
    • Zijn draaipunten voldoende gesmeerd?
    • Is er sprake van bedreigende roestvorming? (Uitzettend ijzer kan een grote bedreiging voor de klok vormen)
    • Is er zichtbare of hoorbare scheurvorming?
  1. De luidklok

Als de klok kapot is
De combinatie van ouderdom en achterstallig onderhoud levert onvermijdelijk problemen op. Klokken hebben bijvoorbeeld een scheur – vaak zonder dat de eigenaar dit weet – of hangen werkloos in de klokkenstoel. Voor een kapotte klok zijn er vier mogelijke oplossingen:

  1. De klok vervangen door een soortgelijke, gebruikte klok uit een gesloten kerk.
  2. Replica laten gieten en de oude monumentale klok bewaren.
  3. Een geheel nieuwe klok laten gieten. Hierbij kan men een eigen opschrift en randversiering ontwerpen en op laten gieten, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een schenking.
  4. De klok laten restaureren. Een historisch waardevolle klok kan dan haar stem blijven laten horen. Deze oplossing heeft de voorkeur.

 

Restauratie van bronzen klokken

Vroeger werden bronzen klokken hersteld door een stalen plaat met klinknagels op een scheur te bevestigen of de scheur met stalen krammen dicht te trekken. Na de Tweede Wereldoorlog kwam restauratie door lassen in zwang. Omdat verschillende waardevolle luidklokken erg beschadigd uit de oorlog waren gekomen, hebben enkele bedrijven in samenspraak met de Rijksdienst van de Monumentenzorg zich hierop toegelegd. De resultaten vielen echter tegen en na verloop van tijd werd de restauratie van luidklokken als vrijwel onmogelijk beschouwd in Nederland. Zo belandden gescheurde klokken werkloos in de kerk(toren) of verdwenen soms helemaal. Vaak werd een nieuwe of vervangende klok geadviseerd, zoals in het geval van de bekende ‘Grameer’ te Maastricht , de grote luidklok van de Sint Maartenskerk te Zaltbommel en de fraaie klok van Warstiens – deze werd vervangen door een glad exemplaar.

Lachenmeijer

In Nederland was restauratie van bronzen klokken uiteindelijk niet meer aan de orde. In 1985 hoorde Jan Kuipers voor het eerst over een Duits bedrijf in Nördlingen. Deze firma Lachenmeijer had de in 1497 door de Kamper klokkengieter Geert van Wou gegoten, ruim 11.400 kg wegende en gescheurde Maria Gloriosa in de Dom te Erfurt met goed gevolg weten te lassen. Toen Jan Kuipers in 1992 geconfronteerd werd met de problemen van de klok van Hennaard, zocht hij contact met dit Beierse bedrijf. Hij vertrouwde de klok aan Lachenmeijer toe: het begin van een lange reeks succesvolle restauraties.